Pagina's

woensdag 26 augustus 2009

She blinded me with science...

Zoals jullie hebben kunnen merken, lees ik niet enkel romans maar ook een hele boel non-fiction over onderwerpen die me interesseren. Dat leidt soms tot situaties waarin ik meer op mijn bord neem dan ik kan verteren. Vooral wanneer het exacte wetenschappen betreft. Zo kan ik me regelmatig verliezen in een wiskundeboek. (Dit mag vreemd klinken.)

De wiskunde leidt ons met een zekere regelmaat naar heel bizarre continenten. Soms kan men op die plaatsen een kennis vermoeden, steeds op de rand van het gezichtsveld, die eerder gevoeld dan begrepen, ons een glimp toont van universele, abstracte waarheden…waarheden die mogelijks onafhankelijk bestaan van de tastbare wereld. Bestaat er dan een zuivere wereld van mathematische ideeën die aan onze wereld vooraf gaat? Mag ik hier een parallel trekken met de platonische notie van de ‘vorm’ of ‘idee’ als gestalt, als een permanente eenheid van kennis die zwaarder weegt dan de elementen uit de realiteit die slechts een tijdelijke en vaak onvolkomen materialisatie hiervan zijn? De omringende fysieke werkelijkheid als niet meer dan een zwakke en soms mislukte afspiegeling van deze hogere ideeënwereld? Zit er echt meer waarheid en kennis in de (abstracte) vorm van de kustlijnen en zeeschelpen, de beurskoersen, de positie van knoppen op een zonnebloem…dan wat we kunnen vermoeden? Zo merkt men dat de Fibonacci getallenrij perfect voorspelt hoe een bloemkool groeit, dat varens op fractalen lijken, of dat de frequentie en intensiteit van aardbevingen aan dezelfde wiskundige wetmatigheden onderhevig zijn als het geluidsniveau van menselijk geroezemoes op een receptie!

In ‘Anathem’ bijvoorbeeld, het nieuwste boek van Neal Stephenson, bevindt zich opnieuw een weelde aan dergelijke mathematische en exotische ideeën, die hij in zijn gekende virtuoze stijl tot een klepper van een avonturenroman heeft verwerkt. Met meer dan 800 pagina’s en een verklarende woordenlijst, is het niet voor iedereen weggelegd. Zoals in zijn vorige boeken wordt de verhaallijn soms onderbroken door personages die uitvoerig op een filosofisch of mathematisch probleem ingaan.

Soms lees ik iets wat dan weer een beetje ernstiger is , zoals bijvoorbeeld ‘The Magical Maze’ van Ian Stewart. De wereld bekeken door een wiskundige bril. Wat allerlei weetjes oplevert over patronen, toevalligheden (met hoeveel mensen moet je in eenzelfde kamer zijn om 50% kans te hebben dat er twee dezelfde verjaardag hebben? Antwoord: slechts 23!!), fractale dimensies, Turing machines en natuurlijk…chaos. En soms moet het nog ernstiger en lees ik iets over analyse (calculus) of statistiek.

En dan moet ik me intomen of ik ga op zoek naar mijn eigen patronen. Ik wil jullie mijn laatste experiment op dit terrein niet onthouden. Ik hou sinds een aantal jaar nauwgezet aantallen boeken, films en BBQ’s bij. Ja, vooral dat laatste element ligt niet direct voor de hand (voor wie begrijpe wil, lees mijn vorige post dienaangaande: ‘Fire walk with me’) maar volgt u even mee. De onderstaande figuur toont een en ander in grafiekvorm.



Nu stelde ik me de vraag of de frequentie van deze bezigheden op enerlei wijze met elkaar verbonden is? Laat ons nog even abstractie maken van enige causale verbanden. Met consternatie moest ik vaststellen dat vruchtbare filmjaren niet samenvallen met vruchtbare leesjaren. Vreemd, ik had gedacht dat beide vormen een uiting waren van eenzelfde honger en/of enthousiasme.

Maar met nog meer verbazing moest ik besluiten dat er een zeer hoge positieve correlatie (0,8) bestaat tussen het aantal BBQ’s op een jaar tijd en het gelezen aantal boeken. Hoe meer ik lees, hoe meer ik barbecue, en omgekeerd. Wat begon als een grappige blog over wiskunde lezen, neemt nu wel plots de vorm van een paranoïde vraagstelling aan. Want wat betekent dit? Is er tussen beide een verband of zijn beide varianten samen afhankelijk van een onbekende of onbewuste derde factor die actief aan het werk is op de achtergrond? Nee..beste Boppers. Ik weet het al. Mijn gedrag is aan het convergeren naar een soort van utopische abstracte wereld waar zich een mythisch punt van evenwicht en mentaal welzijn ophoudt. Waar ik met een boek in de hand een lamskotelet marineer. En verder niets…Hemels!

zondag 16 augustus 2009

Fire walk with me...

Op wat ongetwijfeld de warmste dag van het jaar gaat worden, wil ik het graag even hebben over een onderwerp dat me nauw aan het hart ligt. Warm weer betekent hier ten velde onherroepelijk de fik erin! Het is zo erg dat ik denk dat ik een hersenafwijking heb en dat er op het niveau van mijn zoogdierenbrein een en ander fysiologisch in engrammen is vastgelegd. Het is een soort dwangneurose. Ik moet en zal de barbecue opstarten. Het is evenwel erger dan dat Boppers: ik barbecue in elk seizoen. Er hebben zich zelfs taferelen voorgedaan waarin een lichte sneeuwval werd opgetekend. Ik heb vrienden een tenniselleboog bezorgd door ze urenlang een grote paraplu boven mijn gloeiende houtskool te laten houden. Ik heb waanzinnige constructies gemaakt met plastiek, touwtjes en stokken. En op reis neem ik altijd een rooster en wat ander BBQ materiaal mee.

Nog een bewijs? Ieder jaar houd ik het aantal BBQ's nauwgezet bij. 2008 was voorlopig het beste jaar met twintig kooksessies rond de vuurplaats. En het ziet er naar uit dat 2009 nog beter wordt. Ik hou van de geur van houtskool,de ‘herbes de provence’ op de kooltjes (ook gekend als 'kloterkeskruid' om de evidente reden dat mensen in naburige tuintjes plots meer zin krijgen in een BBQ dan in wat onder hun neus geschoven staat) de heerlijke geuren die opstijgen uit de liefdevol gemarineerde spiesjes, voorgestoomde worstjes in bier, de vis doorregen met ansjovis en look...En met wat zin voor avontuur kun je alles klaarmaken op de BBQ, van mosselen tot een heuse volledige kaas Camembert toe. Met enige gepaste trots, kan ik zeggen dat ik over de jaren heen een zekere ervaring heb opgebouwd met deze bereidingswijze. Want, het kan natuurlijk ook anders. Geblakerde koteletten, rauwe kip of een taaie lamsbout..het kan gebeuren. Als ik dan ergens kom waar de gastheer het barbecuestel heeft bovengehaald, dan kan ik het niet nalaten het proces van dichtbij te volgen en - op wat ongetwijfeld voor die mens een pedant toontje lijkt - wat gepaste tips te spuien. Ik ben daar niet gierig mee. Ik vind dat je kennis moet delen. 'Information wants to be free.'

Het resultaat is wel dat mijn vrienden steeds minder BBQ's inrichten, en als ze het dan al doen, mij in een schortje steken, een zak eten overhandigen en me vragen om dan maar zelf volledig de BBQ te verzorgen. Ik maal er niet om. Voor mij is dit pure ontspanning. Het is een handeling die zowel vernuft, geduld, moed en zelfopoffering vergt. De goede BBQ chef drink niet (toch niet tot aan het dessert) en eet niet mee. Hij of zij is één brok gefocuste aandacht: op de creatie van de juiste warmtezones, de kleur van de as, de gaarheid van de gerechten, de'flow' van het gebeuren (mag een lamskoteletje na een worst - of start men eerst met de spiesjes...- voor alle duidelijkheid men start met de scampi's), het weghouden van spelende kinderen in de buurt, het voorproeven (gebeurt te weinig) en er voor te zorgen dat iedereen 'genoeg' heeft. Dat obscure begrip dat uiteindelijk altijd leidt tot overvolle magen, overschotjes en hoge cholesterolwaarden.
Op het kussen van onze Vlaamse volksaard dromen we slechts twee nachtmerries: dat onze gasten niet 'genoeg' zouden hebben of dat het eten op reis slecht zou zijn!

Maar het is mijn persoonlijke hoogmis, ik dirigeer voor een verzameld publiek en een laaiend vuur een eeuwenoude ceremonie en verhoog hiermee het niveau van harmonie in het universum. Waar mensen samen eten rond een vuur is geen plaats voor na-ijver of afgunst of hoogstaande discussies. Men concentreert zich op het lekkere eten, dat weldadige gevoel in de buik, de rustig voortkabbelende gesprekken, de steeds terugkerende grappen en de warme zon, weerspiegeld in een fris glas rosé...het is het leven zoals het zou moeten zijn.

maandag 3 augustus 2009

Popular Science: Life, the Universe and Everything

Soms, wanneer door voldoende bier aangespoord, de gesprekken belanden in dat restlandschap waar dromen nooit vergaan of waar de grote levensvragen in de coulissen staan te wachten voor een bisnummer, kan het gebeuren dat een onverlaat de vraag stelt naar het begin. Het begin van alles: the life, universe & everything. Opgeladen door weer een goed wetenschapsboek voor de leek (en er zijn er nogal wat tegenwoordig) wordt men uiteindelijk toch weer geconfronteerd met de eigen onkunde (hogere fysica is helaas voor de enkeling) of het onvermogen van onze verbeelding om nog net die pas achteruit te nemen tot voor de Big Bang, en dan wil een mens daarover wel eens van gedachten wisselen.

De redenering is u wel bekend. Voor de Big Bang was er niets. OK, maar wat is niets dan? De afwezigheid van iets. Maar zo definieer je toch niets in termen van iets (dat er nog niet was)? En dat niets, hoe zag dat eruit? Tot men uiteindelijk tureluurs, maar ook met een zeker onbehagen, het gesprek naar meer vertrouwd terrein terughaalt. Onze wetenschappers zijn gelukkig van harder materiaal gemaakt en zoeken dapper verder, elk op hun eigen gebied, naar dat verklaringsmodel of referentiekader waar ze zo veel mogelijk natuurlijke fenomenen mee kunnen vatten. Veel hangt hierbij af van de ambitie van het model en met welke vergrotingsfactor men de monsters onder de lens van de microscoop schuift. Laten we verder de fysica buiten beschouwing (of we komen algauw terecht in een toverlandschap van quarks, bosonen en strings) en ons concentreren op een aantal verklaringsmodellen voor het menselijk gedrag.

Sommigen hanteren een macromodel en zoeken een verklaring voor gedrag in de sfeer van ‘emergent behavior’ wanneer grote groepen individuen samen komen en op het groepsniveau subtiele feedbackmechanismen ontstaan die het individuele gedrag sturen. Een beetje zoals het gedrag van een grote groep vogels die in het zwerk synchroon heen en weer duiken en waar het lijkt alsof de massa één denkend wezen is, of het gedrag van een school vissen die in een fractie van een seconde allemaal samen plots in een andere richting zwemmen. In ‘Critical Mass, how one thing leads to another’ beschrijft Philip Ball op een boeiende manier een aantal groepsprocessen die gelijkaardige trekjes vertonen zoals het gedrag van personen in een meute (al dan niet in paniek) of het gedrag van files. Tevens wordt er mijn oude favoriet – de chaos theorie – bijgehaald om een en ander te verklaren. En je denkt..tuurlijk, zo is het, eindelijk een goede uitleg voor dit fenomeen.

Op het zelfde niveau gaan anderen het zoeken in meer economische drijfveren. Zo verklaren Steven D. Levitt & Stephen J. Dubner in ’Freakonomics’ het gedrag van makelaars, gangsters en leraren voor de klas vanuit een zuiver economisch perspectief en je denkt opnieuw : waw…knap gevonden, tuurlijk werkt het zo. Of neem Malcom Gladwell die in ‘The Tipping Point’ een aantal fenomenen verklaart vanuit sociologisch-virale hoek. Van de verloedering van een woonbuurt tot het succes van de politieaanpak van criminaliteit in New-York, ditmaal wordt alles in focus gebracht door het model van ‘sociale besmetting’. Andere modellen zoeken een verklaring voor gedrag vanuit de werking van het gezin (de systeemtheorie in de Psychologie) de werking van het individu (gedragsleer) of in de verdeelde werking binnen het subject waar de ene hand niet weet wat de andere hand doet (psycho-analyse). En ik laat nog een hele reeks meer esoterische verklaringsmodellen buiten beschouwing.

Wat moeten we hieruit leren Boppers? Wat lezen we hieruit? Dat wetenschappers meer buiten hun eigen grenzen moeten kijken? Absoluut. Zo worden bijvoorbeeld met succes modellen uit de biologie toegepast in de softwareontwikkeling. Een ander fantastische kruisbestuiving gebeurde tussen psychologie en statistiek in de ontwikkeling van ‘Chernoff’ gezichten. De resultaten van een data set worden hier visueel voorgesteld door een getekend gezicht. Omdat de menselijk geest veel krachtiger is in het analyseren van gelaatsuitdrukkingen dan in het interpreteren van reeksen cijfers. Dat men afhankelijk van het probleem, het juiste instrument moet kiezen? Zeker. Maar voor mij pleit het uiteindelijk voor het behoud van een open geest. Weg met die barrières! Organiseer groepsretraites voor wetenschappers uit diverse gebieden. Sluit ze op. Zorg voor genoeg pizza, bier, breedband en laptops en laat hen elkaar -in een wilde mentale dans- met opwindende ideeën bevruchten..daar groeit zeker iets moois uit.